Een auto als uitkering van een liquidatiereserve?

I.                Vennootschapsbelasting

A. Dividend

De uitkering van een liquidatiereserve is een dividend. Dividenden maken deel uit van het belastbaar resultaat van een vennootschap. Anderzijds zijn liquidatiereserves al aan de vennootschapsbelasting onderworpen geweest wanneer ze aangelegd werden. Dat betekent dat een opname van de uitgekeerde liquidatiereserves in het belastbaar resultaat gecompenseerd wordt door een daling van de belaste reserves met hetzelfde bedrag.

Als een dividend in geld toegekend wordt, moet de waarde van het dividend niet meer bepaald worden. Bij een dividend in natura is dat anders en moet de werkelijke waarde van het uitgekeerde goed, in dit geval dus de auto, vastgesteld worden op het moment van de toekenning door de algemene vergadering (CBN-advies 2019/01, 20.02.2019, randnr. 7) .

B. Wat is de werkelijk waarde?

De werkelijke waarde is de verkoopwaarde, dat is wat een onafhankelijke koper ervoor zou willen betalen.

Zorg er dan voor dat u de verkoopwaarde kunt onderbouwen, met bv. een schattingsverslag door een garagist of op basis van de bedragen die u op een autowebsite vindt voor een vergelijkbare auto.

De verkoopwaarde van de auto verschilt normaal gezien van de boekwaarde. Naargelang dat verschil positief of negatief is, moet uw vennootschap een meer- of minderwaarde boeken. Die meerwaarde of minderwaarde is belastbaar respectievelijk aftrekbaar, maar wel slechts in de mate dat de afschrijvingen van de auto aftrekbaar geweest zijn.

II.              Roerende voorheffing (rv)

A.    Hoeveel roerende voorheffing?

Op de uitkering van een liquidatiereserve moet rv betaald worden. Het tarief ervan is 5% voor liquidatiereserves die al ten minste vijf jaar behouden gebleven zijn, anders is het tarief 20% (art. 269, §1, 8 WIB 92).

B.    Hoe wordt de roerende voorheffing berekend?

Bij een uitkering in geld wordt de rv afgehouden van het brutobedrag en het saldo betaald aan de aandeelhouder. Op een dividend in natura kan echter geen rv ingehouden worden. Daarom moet u in principe als aandeelhouder de rv betalen aan uw vennootschap, die ze dan doorstort naar de fiscus (art. 261, laatste lid WIB 92) . Doet u dat niet, dan wordt er verondersteld dat uw vennootschap de rv in uw plaats betaald heeft. De rv moet dan berekend worden op de gebruteerde waarde van het dividend (art. 268 WIB 92) , dus bij een rv-tarief van 5% op 100/95 van de verkoopwaarde van de auto.

III.           Btw

 A.    Btw verschuldigd?

Vermits uw vennootschap de btw op de aankoop van de auto gedeelteltelijk gerecupereerd heeft, moet ze ook btw rekenen wanneer de auto als dividend uitgekeerd wordt. Dat is dus niet anders dan wanneer u de auto van uw vennootschap koopt of gratis (als voordeel alle aard) uit uw vennootschap haalt.

B.    Hoe berekend?

Zoals bij een verkoop of een gratis auto uit uw vennootschap, moet de btw slechts op de helft van de verkoopwaarde berekend worden (circ. AAFisc nr. 36/2015, randnr. 67-75) . De reden daarvoor is dat uw vennootschap ook maar maximaal de helft van de btw gerecupereerd heeft.